Op maandag bracht de juf haar kat mee naar de klas. Haar naam was Babsy.
Babsy was wel een beetje bang, we moesten dus heel rustig zijn. We leerden Babsy heel goed kennen. Ze heeft snorharen waarmee ze goed kan voelen, ook kan ze heel goed zien in de donker. Ze eet brokjes (bahh, die vonden we niet lekker ruiken) en drinkt water. Ze slaapt in de krabpaal of in een mandje. Het mandje waarmee ze naar de klas kwam, was haar reismandje. Als ze naar het toilet moet, gaat ze op de kattenbak. Af en toe moet haar baasje haar eens borstelen en wordt ze vertroeteld met een lekker koekje.